Misschien ligt het eraan dat ik te veel door mijn Instagram feed scroll. Of dat ik frequent make-up tutorials kijk op YouTube. In ieder geval zie ik steeds meer kunstwimpers, van wimperextensions tot plakkers. “Nepwimpers” hebben niet het meest chique imago, maar toch vind ik het een onderschat beautyproduct. Naturelle make-up met sprekende wimpers vind ik bijvoorbeeld prachtig. En verder kan ‘Adele draagt ze ook’ (kijk maar!) natuurlijk ook een argument zijn.
Wanneer je kunstwimpers eens wilt proberen, zijn er een aantal dingen om op te letten. Om te beginnen zijn de ene kunstwimpers de andere niet. Het is belangrijk dat je kiest voor kunstwimpers waarmee je je doel bereikt. Wil je vollere wimpers? Langere wimpers? Wil je losse, “nonchalante’ plukjes, of liever zo recht en zo strak mogelijk? Welke wimperlook jij het meest kunt waarderen, kun je vooral ontdekken door gewoon veel (online) plaatjes te kijken.
Om je van een paar ‘hoe breng je kunstwimpers aan?’-tips te voorzien: vaak is het het mooiste als je een stukje van kunstwimpers afknipt. Omdat natuurlijk niet elk oog even groot is, zijn kunstwimpers voor de meeste mensen aan de lange kant namelijk. Bovendien staan lange wimpers in het binnenste van je ooglook vrij onnatuurlijk. Verder is het handig om een pincet in de aanslag te houden. Kunstwimpers aanbrengen met alleen je vingers is over het algemeen niet echt een succes. Pas wel op: van een pincet in je oog word je niet blij!
Wanneer je wat lijm op de kunstwimpers smeert om ze te laten plakken, werkt het het beste om deze een seconde of tien te laten drogen: de lijm is dan het meest plakkerig en je kunstwimpers zullen niet meer op je ooglid gaan “glibberen”.
Best een lastig kunstje is het, om de neppe wimpers zo dicht mogelijk tegen je wimperrand aan te plakken. Mocht dat nou (op sommige delen) niet goed lukken, dan kun je altijd een stukje huidskleur dat tussen de kunstwimpers en je echte wimpers door piept “inkleuren” met een eyeliner of zwarte oogschaduw/zwart oogpotlood.
Succes!